Over mij

Gefascineerd was ik als kind door de camera van mijn moeder. Zoiets was het. En door de toverlantaarn en de plakboeken van mijn vader.
Zo gauw ik de leeftijd had om meer zakgeld te verdienen werd er dus gespaard voor een echte camera. Het werd een Practica. Een oerdegelijk apparaat. Maar prachtig als eerste camera. Een echte spiegelreflex! De koning te rijk voelde ik me als tiener.

Toen ik in 1977 naar de kunstacademie ging moest er een ‘echte’ camera komen. En een heuse doka. Ik had ervoor gekozen om naar de avondopleiding te gaan i.p.v. de dagopleiding zodat ik overdag het vak van grafisch ontwerper ook van nabij kon leren kennen. Het voordeel was dat ik op die manier mijn halve salaris kon besteden aan spullen voor de doka en de camera-uitrusting.
Niet dat je per-se betere foto’s maakt met een duurdere lens. Maar een telelens en een groothoek voor de camera die ik had gekocht waren toch wel een uitbreiding van de mogelijkheden! Ik was zielsgelukkig met mijn nieuwe camera in 1978: een Nikon EL-2. Een moderne zwarte camera! De eerste half-automaat met diafragma voorkeuze. Je kunt eigenlijk een parallel trekken tussen spijkerbroeken en camera’s: net zoals fervente liefhebbers van Levis tegenover die van Lee had je Nikon en Canon adepten. Voor mij was het belangrijkste dat ik de scherptediepte zelf kon beïnvloeden en dat kon met mijn Nikon met diafragmavoorkeuze. Ik heb pas in 2017 afstand kunnen doen van mijn trouwe Nikon plus lenzen hoewel hij al jaren ongebruikt in de kast lag. Mijn 6×6 Zenza Bronica die ik later had aangeschaft was al veel eerder verkocht. Nog in het tijdperk dat er echt analoog mee werd gewerkt op de fotovakschool.
Urenlang bracht ik door in de doka thuis. Ook nog met het afdrukken van dia’s. Al vond ik dat dat wel erg veel energie (en geld) kostte ten opzichte van het resultaat. Hetzelfde goldt voor het afdrukken van kleurenfoto’s.

Toen volgde de periode van de overgang naar digitale fotografie. En werd het wachten op een goede camera. De eerste digitale spiegelreflexen waren niet de moeite waard om te overwegen. Dus kwam er in de tussentijd een lichte (nog steeds analoge) Olympus als camera, opgevolgd door een mini-digitale Olympus cybershot. Een wereld van verschil met de oude manier van fotograferen! Je kon zo maar eindeloos foto’s maken en later pas kiezen welke je wilde bewaren en welke niet. De cybershot werd opgevolgd door een Pansonic digitale camera. Een stuk beter maar een drama bij weinig licht. De kwaliteit van de opnames en de manier van kijken en opnames maken was natuurlijk heel armoedig vergeleken met die van mijn trouwe spiegelreflex. Maar helaas had Nikon niets wat goed genoeg was en betaalbaar.

Todat de Nikon D90 in beeld kwam! Die had een Canon C-mos chip. Nikon was met de camera’s daarvoor echt achtergebleven bij Canon. Van de D-90 heb ik ook vorig jaar afscheid genomen. Alles wat ik nog in huis had aan lenzen en filters heb ik ingeruild op mijn full-frame D-750. En dat is weer het gevoel wat ik had met mijn El-2. Gewoon weer een 300 mm die een echte 300 mm lens is 🙂

Maar… wat er ondertussen bijkwam was de smartphone! Die tegenwoordig veel beter zijn dan de eerste dure digitale fotocamera’s. En die je altijd bij je hebt! Wat zou ik daar als tiener gelukkig mee zijn geweest. En zeker op de kunstacademie. Want daar was ‘om je heen kijken’ en ‘nieuwsgierig zijn en blijven’ een van de belangrijkste eigenschappen die als belangrijk werden gezien voor het vak van vormgever.
Dat was een wijze les van o.a. Ralph Prins. Wat ben ik dankbaar dat ik les van deze grote kunstenaar gehad heb. Elke dag ben ik nu in staat om dat wat ik zie vast te leggen en desgewenst te bewaren. En daarmee in ieder geval mezelf een plezier te doen. Soms ook anderen…
Op mijn instagrampagina kun je zien wat ik zoal zie en vastleg.